Vragen en antwoorden over zonne-energie en windmolens
We kunnen ons voorstellen dat u vragen heeft over zonnepanelen op daken, zonnevelden en windenergie in Zeist. Daarom hebben we de onderstaande lijst met vragen en antwoorden gemaakt. Wilt u antwoord op een andere vraag? Neem dan contact met ons op.
Komen er zonnepanelen op de overkapping van de A28?
Plaatsen van panelen op de huidige overkapping wordt onderzocht door Rijkswaterstaat samen met gemeenten. Zeker interessant als bijdrage, maar het aantal panelen dat er geplaatst kan worden is beperkt. Een volledige (nieuwe) overkapping van de A28 (of A12), en die volleggen met panelen, is duur. We zijn in gesprek met Rijkswaterstaat over wat er op korte of middellange termijn op het gebied van duurzame energie langs de A28 mogelijk is.
In de RES staan plaatjes met windmolens gepland in bosgebied in Zeist. Hoe zit dat?
Die plaatjes zijn ter illustratie van een denkrichting, om met elkaar in de regio het gesprek te voeren over waar de opgave voor duurzame energie zou kunnen landen. Ze worden denkrichtingen genoemd, het zijn geen voorstellen of besluiten.
Is er kans op dat Zeist gaat voorstellen om windmolens in bos te plaatsen?
Onder de huidige regelgeving zijn windmolens in het bos op het grondgebied van Zeist mogelijk, maar onder strenge voorwaarden. Voor de periode tot 2030 is het geen reële optie. Los van de vraag of er in Zeist draagvlak voor is.
Is het een optie om tussen spoor en A12 alleen zonnepanelen neer te leggen en geen windmolens?
Dat is een optie.
Hoeveel windmolens kunnen er in de A12/spoorzone worden gerealiseerd?
Volgens de huidige regelgeving is er plaats voor één of twee windmolens. In 2021 heeft de gemeente een verkenning gedaan. Eind 2021 trok het college daar een conclusie uit: het college vindt de komst van windmolens in dit gebied, op dit moment, weinig realistisch. Het college vindt dat er teveel onzekerheden zijn rond windmolens, met name rond geluidsoverlast.
Hoe dicht mag een windmolen bij de snelweg staan?
Dat hangt af van veel factoren, ook van bijvoorbeeld de hoogte van de windmolen. Om dat precies te bepalen zijn complexe risicoberekeningen noodzakelijk. In de gebiedsvisie gaan we dit nader uitwerken voor de A12/spoorzone. Ook andere factoren spelen daarbij een rol, bijvoorbeeld eventuele buisleidingen die in de grond liggen.
Wat zijn de voorwaarden / criteria voor zon- en windenergie? Waar zijn deze te vinden?
De beleidsvisie voor zonnevelden beschrijft de voorwaarden waarop we als gemeente eventuele voorstellen voor zonnevelden willen beoordelen. De gemeenteraad heeft de beleidsvisie zonnevelden in oktober 2020 vastgesteld. Deze beleidsvisie onderscheidt 2 categorieën te beschermen waarden:
- Fysieke leefomgeving: landschap, natuur, cultuurhistorie, recreatie, archeologie, landbouw, bodem en water
- Participatie: betrokkenheid omwonenden en andere belanghebbenden (procesparticipatie) en lokaal mede-eigenaarschap (financiële participatie)
Voor windmolens heeft de gemeente geen randvoorwaarden opgesteld. Als er een initiatiefnemer komt met een plan voor een windmolen, zal de gemeente dat plan in alle redelijkheid beoordelen en alle relevante belangen afwegen. Daarnaast zijn er geluidsnormen en landelijke regels voor de realisatie van windmolens, zoals bijvoorbeeld windenergie op land.
Aan de zuidkant van Zeist liggen gebieden die belangrijk zijn voor de biodiversiteit, zoals het landgoedgebied van Rijnwijk in de A12/spoorzone. Wordt dit meegenomen?
Natuur en daarbinnen ook ecologische verbindingszones krijgen veel aandacht in het beleidskader Zonnevelden. Ook als de gemeente een ingediend plan voor een windmolen moet beoordelen, zal dit zeker worden meegewogen.
Hoe komen de effecten op natuur in beeld, bij de aanvraag tot realisatie van een zonneveld?
Vóórdat een zonneveld wordt gerealiseerd gaan we in overleg met lokale natuurorganisaties. Indien daar aanleiding toe is dan vragen we de initiatiefnemer een zogeheten ‘natuurtoets’ uit te voeren voordat we besluiten over het project.
Hoe kan de gemeente sturen op kwaliteit van bijvoorbeeld aan te leggen zonnevelden en windmolens? Hoe zorgen we dat een projectontwikkelaar niet zo goedkoop mogelijke luidruchtige windmolens mag neerzetten en panelen waaronder en waarnaast geen leven meer mogelijk is?
De gemeente heeft veel mogelijkheden om de randvoorwaarden aan duurzame energie zó te stellen, dat projectontwikkelaars geen vrije hand krijgen. De gemeente behandelt een projectvoorstel voor zonnevelden of windmolens als een afwijking van het bestemmingsplan (zonnevelden en windmolens passen niet in de huidige bestemmingsplannen). Voor zonnevelden is een lange lijst voorwaarden opgenomen in de beleidsvisie. Voor windmolens gelden landelijke voorwaarden én kan de gemeente eventueel nog eigen voorwaarden vaststellen.
Kunnen inwoners mee-investeren in de zonnevelden en windmolens?
Dat hangt mede af van de grondeigenaren in het gebied. Als gemeente willen we graag dat inwoners (rechtstreeks of via een coöperatie) mee kunnen profiteren en we streven daarbij naar minimaal 50% lokaal eigendom, inclusief zeggenschap. Uitgangspunt voor de gemeente is dat we een eerlijke verdeling willen van lusten en lasten, ook voor eventuele omwonenden buiten de gemeentegrenzen. Voor ideeën over participeren in duurzame energie en mede-eigenaarschap kunt u ook terecht bij De Energie Coöperatie Zeist.
Haken we voldoende aan op mogelijkheden die thorium en kernenergie bieden?
We houden innovatie in de gaten en nemen deel aan provinciale en regionale werkgroepen. Waterstof en kernenergie zijn daar onderwerp van gesprek en ook andere innovaties volgen we op de voet. Innovatieve technieken kunnen volgens ons vooral van belang zijn voor de verdere ontwikkeling van duurzame energie ná 2030. Voor de realisatie van de doelstellingen in duurzame energie tót 2030 moeten we uitgaan van technieken die zich hebben bewezen, te weten zon- en windenergie. Kernenergie is uiteraard een techniek die we in Nederland al toepassen en in die zin dus ‘bewezen’ is. Los van de vraag of er draagvlak voor is: nieuwe kernreactoren zijn niet te realiseren vóór 2030. Thoriumreactoren zijn wel nieuw en nog nergens op commerciële schaal in gebruik. Na 2030 willen we conform de Routekaart doorgroeien naar 100% duurzame opwekking. Daarbij zullen naar verwachting innovatieve technieken een belangrijke rol spelen.
Waarom niet inzetten op waterstof?
Waterstof is een energiedrager, geen energiebron. Voor het maken van ‘groene’ waterstof is duurzame elektriciteit uit een duurzame bron (bijvoorbeeld zon of wind) nodig. We sluiten de mogelijkheid waterstof in te zetten zeker niet uit, maar op dit moment is het gebruik van waterstof in de gebouwde omgeving nog erg lastig en kostbaar.
Waarom zouden we het waardevolle en kwetsbare gebied in Zeist moeten opofferen voor zon- of windenergie. Is er nagedacht over het plaatsen van windmolens op zee namens de gemeente in plaats van de windmolens hier neer te zetten?
Windmolens op zee wordt al volop uitgewerkt door het Rijk, op nationaal niveau. Meer dan de helft van de duurzame elektriciteit die tot 2030 in Nederland moet worden opgewekt, wekken we op met windmolens op zee. Dit is hopelijk voldoende voor de energievraag van de industrie waar alle producten worden gemaakt die we consumeren. Landelijk is afgesproken dat we de rest van de benodigde energie op land opwekken. Elke gemeente zal daarin moeten doen wat het kan. Uitgangspunt daarbij is dat energie vooralsnog zoveel mogelijk moet worden opgewekt dáár waar het wordt gebruikt. Dat voorkomt onder meer dat er extra veel geld moet worden gestoken in het netwerk om elektriciteit te transporteren.
Waarom heeft onze regio zo een hoge ambitie voor duurzame opwek uit wind en zon, terwijl er andere plaatsen in Nederland zijn waar veel meer ruimte is?
Het is niet zo dat onze regio het meest ambitieus is op het gebied van duurzame energie. Andere regio’s hebben al veel meer gedaan. De ambitie voor de regio is gebaseerd op eigen klimaatdoelen en op de inschatting van haalbaarheid. Om onze eigen klimaatdoelen voor 2030 en 2050 te halen, zullen we alle mogelijkheden moeten inzetten. Daarom moeten we zowel inzetten op windmolenparken op zee, alsook op zonnepanelen op daken, zonnevelden en windmolens op land. We houden daarnaast ook innovaties goed in de gaten. Maar die bieden nog geen oplossingen voor de periode tot 2030.
Hoe stimuleert de gemeente energiebesparing?
We werken samen met (en financieren) Mijn Groene Huis en Mijn Groene Bedrijf. Zij ondersteunen inwoners en bedrijven bij bijvoorbeeld energiebesparing en isolatieadvies. Ook kijken we welke wijken al rond 2030 van het gas af kunnen, of zover mogelijk voorbereid kunnen worden op een aardgasvrije toekomst. Daarbij speelt energiebesparing via isolatie een flinke rol. Daarnaast zijn nieuwe energiezuinige technische ontwikkelingen belangrijk, met name rond apparaten en in de nieuwbouw.
Is een dalende energiebehoefte realistisch gezien de hoeveelheid woningen die wordt bijgebouwd?
Bij sloop, renovatie en nieuwbouw gaan we er vanuit dat dit per saldo geen grotere energievraag oplevert omdat nieuwe huizen veel energiezuiniger zijn dan oude woningen. Ook apparaten worden steeds energiezuiniger. Maar dit is zeker iets om de komende jaren in de gaten te houden. Op dit moment daalt de energiebehoefte in Zeist gestaag.
Klimaatverandering wordt overdreven / mensen hebben geen invloed op klimaatverandering / mensen kunnen het niet oplossen.
Nederland baseert zich, net als bijna alle andere landen ter wereld, op de wetenschappelijke kennis van het IPCC. Dát is de plek waar de wetenschap de discussie voert. Dat is de plek waar verschillende wetenschappelijke inzichten naast elkaar worden gezet. Het resultaat van die discussie is waar we ons op baseren. De wetenschappelijke consensus is zeer groot over het klimaatprobleem, de oorzaken en de belangrijke rol van de mens daarin.
Hoe realiseren we de groei van zonnepanelen op daken? Ook op bedrijfsdaken?
We streven voor 2030 naar 470.000 zonnepanelen op daken in Zeist. Uit een meting in het voorjaar van 2020 blijkt dat er op dat moment ruim 50.000 zonnepanelen op Zeister daken lagen. Dat is een flink aantal, maar er ligt ook nog een grote uitdaging. Ook richting bedrijven. Op dit moment werken we samen met Mijn Groene Huis en Mijn Groene Bedrijf om particulieren en ondernemers te stimuleren zonnepanelen op hun dak te leggen. Ook ondersteunen wij een branchegerichte aanpak voor scholen, sportcomplexen en zorginstellingen. We monitoren de groei in zonnepanelen op daken, om tijdig eventuele aanvullende maatregelen te nemen.
De RES U16 wil 1,8 TWh duurzame elektriciteit opwekken. Hoe wordt deze opgave van op te wekken duurzame energie tussen de gemeenten in de RES U16 verdeeld?
De RES biedt op dit moment een voorlopige inschatting van wat gemeenten kunnen doen aan opwekken van duurzame energie. Er zit nog veel onzekerheid in. RES U16 werkt niet met een verdeelsleutel om de opgave over gemeenten te verdelen. De opgave is groter dan gemeentegrenzen. De partijen in de RES onderzoeken samen, vanuit een regionaal perspectief, op welke manier duurzame energie opgewekt kan worden in de regio. Uiteindelijk nemen gemeenten en provincie het besluit over de regionale energiestrategie. Met in het achterhoofd het uitgangspunt: iedereen doet mee, iedere gemeente draagt bij. Elke twee jaar wordt de RES opnieuw bekeken. Ernaast speelt ook REP-discussie: welke gemeente levert welke bijdrage op welke beleidsterrein (wonen, werken, natuur, energie, mobiliteit, e.d.). De regionale discussie gaat dus niet alleen over energie.
Welke rol speelt mobiliteit in de totale energiebehoefte? En neemt de energiebehoefte niet enorm toe met de komst van elektrische auto’s?
Mobiliteit (inclusief het Zeister deel van de A12 en A28) zorgt op dit moment voor 33% van de totale energievraag in Zeist. De verwachting is dat de totale energievraag door de komst van elektrische auto’s afneemt, maar de vraag naar elektriciteit neemt er inderdaad door toe.
Wat betekent het plaatsen van windmolens of zonnevelden voor het elektriciteitsnet? Kan dat het aan?
Netbeheerder Stedin is partner in de RES (Regionale Energie Strategie) en volgt de regionale en lokale ontwikkelingen op de voet. De energietransitie vraagt veel van het elektriciteitsnetwerk in Nederland en in onze regio. Stedin heeft in het najaar van 2021 bekend gemaakt dat het netwerk vol raakt. Alle grote projecten van duurzame opwek die niet al uiterlijk 12 oktober 2021 bij Stedin zijn aangemeld, komen op een wachtlijst. Mogelijk kunnen deze projecten pas vanaf 2029 worden aangesloten op het netwerk. Denk bij grote projecten aan windmolens en projecten met meer dan 200 zonnepanelen. Stedin en de beheerder van het landelijke elektriciteitsnetwerk, Tennet, werken hard aan uitbreiding van het netwerk.
Meer vragen en antwoorden
Staat uw vraag er niet bij, kijkt u dan ook eens bij de vragen en antwoorden op de website van de Regionale Energie Strategie (RES).