Toespraak burgemeester Joyce Langenacker bij Dodenherdenking 4 mei 2025

Categorieën

  • Overig

Acacialaan 18a, het is een adres zoals zovelen. Van een huis in een lommerrijke straat in Zeist. Een straat waar de rust niet verraadt welke geschiedenis zich er afspeelde. Hier woonde tijdens de oorlog het gezin Beckman-Halkema. Een familie die op alle denkbare manieren werd getroffen door de oorlog. Maar die toch - of misschien wel daardóór – hulp bleef bieden aan anderen. 

Het is in de nacht van 23 op 24 augustus 1940 als er bommen vallen bij Acacialaan 18a. Een scherf treft de 18-jarige dochter Tineke in haar slaap. Ze is op slag dood. Niet lang daarna wordt vader Karel, verzetsstrijder van het eerste uur, opgepakt. Zoons Hans en Rob proberen naar Engeland te vluchten om zich aan te sluiten bij het leger, maar worden gearresteerd en gedeporteerd naar Auschwitz. Zelfs daar blijven ze zich inzetten voor anderen; vooral Hans helpt Joodse gevangenen waar hij kan.

Moeder Bertie Beckman-Halkema blijft achter in Zeist, met haar zwaar invalide zoon Pim en de jongste, Jan. In rouw om haar dochter, in angst om haar man en oudste zoons, blijft zij Joodse onderduikers helpen. Vader Karel overlijdt in november 1944 in kamp Sachsenhausen. Hans en Rob overleven Auschwitz en keren na de oorlog terug. 

Één gezin, zeven mensen. Zoveel rampspoed én moed in één verhaal. Zo zijn er veel adressen in Zeist die op het oog gewoon lijken, maar waar in de oorlog buitengewone dingen gebeurden. Misschien is niet elk verhaal zo buitengewoon als dat van het gezin Beckman-Halkema. Maar elk verhaal is het waard om verteld en doorgegeven te worden.

Dit jaar zijn de oorlogsarchieven geopend. Dat bracht nieuwe verhalen aan het licht. Die rukken soms oude wonden open. Vragen over schuld en onschuld, over goed en fout. Ik denk dat het belangrijk is dat we praten over alle verhalen uit de oorlog. Niet alleen die waar we trots op zijn. Maar juist ook de verhalen die laten zien hoe ingewikkeld het leven tijdens de oorlog was. Wanneer je je eigen leven en dat van je geliefden moet beschermen, zijn keuzes zelden zwart-wit. 

Daarom vertel ik u vandaag ook een verhaal uit mijn eigen familie. Over mijn tante, die aan het einde van de oorlog verliefd werd op een Duitse militair, zwanger raakte en een zoon kreeg: mijn neef. Het was een verhaal dat niet verteld mocht worden. Uit schaamte, uit bescherming. Mijn neef groeide op in de veronderstelling dat zijn vader was overleden. Pas op mijn 18e ontdekte ik de verborgen geschiedenis. We besloten dat de waarheid verteld moest worden. Mijn neef ging op zoek naar zijn vader, die inmiddels overleden was, maar hij ontmoette wel zijn halfzussen. De keuze om te zwijgen is begrijpelijk in de context van die tijd. Maar het zwijgen had generaties lang gevolgen. Zonder de waarheid verloor een zoon de kans zijn vader te kennen.

Ik hoop dat ons begrip voor deze schakeringen – de grijstinten tussen goed en fout – groeit. Want zwart-wit denken en het wegkijken van nuances, leidt tot polarisatie. Helaas zien we dat ook nu steeds vaker terug in onze maatschappij. Dit jaar herdenken we 80 jaar vrijheid. En hoewel we al sinds onze jeugd horen dat vrijheid niet vanzelfsprekend is, voel ik dat nu sterker dan ooit. Met oorlog op ons continent en geopolitieke onrust, zijn onze verworvenheden kwetsbaar. Door verhalen als die van mijn familie en van het gezin Beckman-Halkema te blijven vertellen, blijven we openstaan voor elkaars perspectief. De gedenksteentjes staan voor al die Zeister verhalen: verzetsstrijders, joden, onderduikers. Zij markeren niet alleen het verleden, maar ook de kwetsbaarheid van onze vrijheid. Ze zijn een oproep om op te staan tegen haat, discriminatie en antisemitisme.

Laten we het gesprek met elkaar blijven voeren over de waarde van onze vrijheid. Over respect voor elkaar en de kracht van verschillen. Zo bouwen we aan onze Zeister gemeenschap, van zij die de oorlog nog meemaakten tot de jongste inwoners die onze toekomst zijn. Dát geeft mij hoop voor morgen.