
Resultaten onderzoek eenzaamheid
Eenzaamheid is een belangrijk maatschappelijk vraagstuk. Langdurige en ernstige eenzaamheid kan namelijk leiden tot gezondheidsschade. Daarom is het van belang om eenzaamheid te voorkomen of te verminderen.
Om meer kennis te vergaren over de oorzaken van eenzaamheid en de effectiviteit van beleid, is begin 2021 een wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd. Vanuit de gemeente zijn 4.320 vragenlijsten verstuurd naar zelfstandig wonende mensen van 75 jaar en ouder. De enquête is door 1.803 personen ingevuld: een respons van 41,74%. In dit artikel staan de belangrijkste uitkomsten.
Eén tegen eenzaamheid
Om eenzaamheid te verminderen heeft de gemeente Zeist zich in 2019 aangesloten bij het landelijke actieprogramma Eén tegen eenzaamheid van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Dit actieprogramma richt zich op het eerder signaleren en doorbreken van eenzaamheid onder ouderen. Binnen dit programma werken gemeenten, maatschappelijke organisaties en de Rijksoverheid samen om eenzaamheid terug te dringen. Voorbeelden hiervan zijn de oprichting van Signaalpunt tegen Eenzaamheid, het 75plus-huisbezoekproject en activiteiten in de Week tegen Eenzaamheid. De aanpak tegen eenzaamheid in Zeist is vrij actiegericht te noemen.
Het is mogelijk om eenzaam te zijn zonder alleen te zijn, en alleen zonder eenzaam te zijn
Eerst even een korte uitleg over eenzaamheid. Eenzaamheid is een onprettig gevoel, een ervaring die gaat over het gemis van bepaalde relaties of de kwaliteit hiervan. Dit gemis is voor iedereen anders. De een heeft behoefte aan een groter netwerk, de ander heeft meer behoefte aan een betekenisvolle relatie.
In de literatuur wordt onderscheid gemaakt tussen sociale eenzaamheid en emotionele eenzaamheid. Sociale eenzaamheid betekent dat iemand minder contact heeft dan hij of zij zou wensen. Emotionele eenzaamheid is het missen van een hechte intieme band met 1 of meerdere personen.
Je kunt aan de buitenkant niet goed zien of iemand eenzaam is. Het is mogelijk om eenzaam te zijn zonder alleen te zijn, en alleen zonder eenzaam te zijn.
Uit het onderzoek is gebleken dat 52,2% van de 75-plussers in Zeist zich niet eenzaam voelt en 47,8% wel. Hiervan voelt 38,3% voelt zich matig eenzaam en 9,5% voelt zich sterk eenzaam. De groep matig eenzamen kan worden ingedeeld in emotioneel eenzaam (21,1%) en sociaal eenzaam (17,1%). Voor de groep ernstig eenzamen geldt dat 9,5% zowel sociaal als emotioneel eenzaam is. Ouderen die sterk eenzaam zijn wonen overwegend in het centrum, in Zeist-West, in Vollenhove en in Kerckebosch.
Het percentage 75-plussers dat zich sterk eenzaam voelt komt overeen met het landelijke gemiddelde. Het percentage van 75-plussers dat zich matig eenzaam voelt ligt hoger dan het landelijke gemiddelde. Landelijk is al langer een trend zichtbaar dat steeds meer mensen zich eenzaam voelen. Vooral mensen met (fysieke) beperkingen voelen zich meer emotioneel eenzaam. Vermoedelijk komt dit door de sluiting van de verzorgingstehuizen waardoor mensen tot op hoge leeftijd thuis blijven wonen. Door beperkingen zoals verminderde mobiliteit missen mensen de gezelligheid en verbondenheid met andere mensen om zich heen. Daarnaast zijn de eenzaamheidscijfers verhoogd door de coronapandemie.
Lidmaatschap van een vereniging helpt eenzaamheid te voorkomen
Uit het onderzoek blijkt dat zo’n 65% van de 75-plussers minstens 1 keer in de week contact onderhoudt met familieleden, vrienden/kennissen of buren. Een kleine groep ouderen (8,2%) is sociaal geïsoleerd, dat wil zeggen dat er niet wekelijks contact is met familie, vrienden of buren.
Eenzaamheid en sociaal isolement zijn termen die in de praktijk vaak door elkaar worden gebruikt. Het gaat allebei om het ontbreken van betekenisvolle relaties, maar er is wel verschil. Bij sociaal isolement gaat het om een beperkt aantal contacten in objectieve zin. Bij eenzaamheid gaat het om de subjectieve ervaring van het ontbreken van de betekenisvolle sociale contacten, dus een gevoel.
In dit onderzoek zijn 11 verschillende factoren naar voren gekomen die kans op eenzaamheid onder 75-plussers beïnvloeden.
1. Geen ondersteunend netwerk
De kans op sociale en emotionele eenzaamheid neemt toe als het ouderen ontbreekt aan een ondersteunend netwerk van familie, vrienden en kennissen. In zijn algemeen geldt: hoe frequenter (en gevarieerder) de contacten, hoe minder eenzaamheidsgevoelens.
2. Minder deelname aan sociale activiteiten
De kans op sociale eenzaamheid neemt toe als ouderen minder (kunnen) deelnemen aan sociale activiteiten om anderen te ontmoeten zoals hobby’s, tuinieren, sport, ontmoeting in wijkcentra en lidmaatschap van een vereniging. Sociale contacten worden vaak opgebouwd via lidmaatschap van organisaties zoals de kerk, vrijwilligersorganisaties en sportverenigingen. Lidmaatschap van een vereniging helpt dus eenzaamheid te voorkomen.
3. Minder sociale vaardigheden
De kans op sociale eenzaamheid neemt toe als ouderen minder vaardig zijn in de omgang met anderen. Mensen met een gebrek aan sociale vaardigheden hebben moeite met het ontwikkelen en onderhouden van relaties en kunnen zich daarom eenzaam voelen.
4. Minder goede gezondheid
De kans op sociale en emotionele eenzaamheid neemt toe als ouderen hun eigen gezondheid als minder goed ervaren. Een slechte gezondheid en functionele beperkingen houden verband met lagere deelname aan het sociale leven en minder sociale contacten met vrienden en familieleden.
5. Minder gelukkig
De kans op sociale en emotionele eenzaamheid neemt toe als ouderen zich minder gelukkig voelen. Geluk is een positieve emotie en hangt samen met welbevinden, plezier, tevredenheid met het eigen leven. Positieve emoties (geluk) kunnen dienen om de schadelijke effecten van negatieve emoties zoals eenzaamheid ongedaan te maken.
6. Minder zingeving
De kans op sociale en emotionele eenzaamheid neemt toe als ouderen minder zingeving ervaren. Zingeving is voor veel mensen een vaag begrip, maar het komt neer op het vermogen van een persoon om waarde en betekenis aan zijn of haar leven te hechten. Uit ander onderzoek is bekend dat zingeving de mentale veerkracht verhoogd. Ingrijpende gebeurtenissen, zoals het verlies van dierbaren, ernstige gezondheidsproblemen, of mentale achteruitgang leiden niet alleen tot eenzaamheid, maar roepen ook vragen op over de zin van het leven. Eenzaamheid bij ouderen gaat daarom vaak gepaard met levensvragen en vragen over zingeving. Zingeving maakt mensen sterker.
7. Lage opleiding
De kans op sociale eenzaamheid neemt toe als ouderen een lage opleiding hebben. Uit ander onderzoek is bekend dat ouderen met een lage opleiding fysiek en mentaal kwetsbaarder zijn, vaker een chronische ziekte hebben en een ongezondere leefstijl. Het zou ook kunnen gaan om ouderen met een laag inkomen of met een migratieachtergrond. Nader onderzoek is nodig om hier uitspraken over te kunnen doen.
8. Afhankelijk van mantelzorg
De kans op sociale eenzaamheid neemt toe als ouderen afhankelijk zijn van mantelzorg. Ouderen met een slechtere gezondheid zijn vaak afhankelijk van informele zorg door familie en/of vrienden. Als de deze zorg overbelast raakt, kan dit leiden tot verstoring van de relatie en toenemende eenzaamheid.
9. Alleen wonen
De kans op sociale en emotionele eenzaamheid neemt toe als ouderen alleen wonen. Over het algemeen zijn personen met een partner minder eenzaam. Alleenwonenden hebben kleinere netwerken dan mensen die samenwonen.
10. Hogere leeftijd
De kans op emotionele eenzaamheid neemt toe als de leeftijd hoger is. De toename van eenzaamheid op latere leeftijd kan worden verklaard door een lager inkomen, toename van functionele beperkingen en een groter aandeel alleenstaanden in deze leeftijdsgroep.
11. Verminderde mobiliteit
De kans op emotionele eenzaamheid neemt toe als de mobiliteit verminderd is. Het leidt tot verlies van zelfstandigheid en minder mogelijkheden andere mensen te ontmoeten.
Kan vrijwilligerswerk eenzaamheid verminderen?
Vrijwilligerswerk kan eenzaamheid verminderen doordat het leidt tot het ontstaan van nieuwe banden. Opvallend in dit onderzoek is dat daar geen bewijs voor gevonden werd. Het aantal ouderen dat in Zeist vrijwilligerswerk doet is relatief klein. Van alle respondenten verricht 72,7% zelden of nooit vrijwilligerswerk.
Mogelijk heeft dit voor een gedeelte te maken met corona: 14,1% van de respondenten geeft aan door corona minder vrijwilligerswerk te verrichten. Door corona hebben ouderen ook minder kunnen deelnemen aan sociale activiteiten, die het gevoel geven erbij te horen en betekenis geven aan hun leven.
Zonder corona heeft vrijwilligerswerk mogelijk wel een positief effect op eenzaamheid, maar de kanttekening die daarbij geplaatst moet worden is dat vooral de ‘jongere’ ouderen hier het meeste van profiteren. Het voordeel van vrijwilligerswerk neemt af naarmate de leeftijd vordert. Het voordeel kan zelfs omkeren in een nadeel, omdat met het stijgen van de leeftijd het vrijwilligerswerk een te grote belasting wordt.
Internet
Een andere opvallende bevinding in het onderzoek gaat over het gebruik van het internet. Internet is een belangrijke sociale factor geworden in het leven van ouderen. Uit de resultaten blijkt dat 60,8% van de 75-plussers dagelijks internet gebruikt en 11,8% wekelijks. Maar er is ook een groep ouderen (21,5%) die geen internet gebruikt. Veel genoemde redenen door ouderen is dat zij geen beschikking hebben over het internet, over onvoldoende vaardigheden beschikken of de internetzaken aan anderen overlaten. In dit onderzoek werd echter geen bewijs gevonden dat hoger internetgebruik tot een lagere kans op eenzaamheid leidt.
Internet is voor veel ouderen met bestaande sociale netwerken een extra manier om met hen in contact te blijven. Uit de resultaten blijkt inderdaad dat het internet vooral wordt gebruikt om berichten te sturen (via WhatsApp) en om informatie op internet op te zoeken. Slechts een kleine groep ouderen gebruikt het internet om in contact te komen met andere mensen, bijvoorbeeld via Facebook. Sterker nog, een hoog internetgebruik vergroot juist de kans op sociaal isolement: men komt de deur niet meer uit.
10 Aanbevelingen
Op basis van het onderzoek zijn de volgende aanbevelingen gedaan:
- De aanpak van eenzaamheid meer inrichten rondom life-events. Zoals een contactmoment bij overlijden, scheiden of verhuizing.
- Extra aandacht is nodig voor ouderen die afhankelijk zijn van mantelzorg.
- Ouderen met gezondheidsproblemen en verminderde mobiliteit zijn het beste geholpen door gerichte interventies en samenwerking van professionals in de wijk.
- Extra inspanning is nodig om ouderen met een lage sociaaleconomische status te bereiken.
- Ouderen die sociaal geïsoleerd zijn hebben een intensieve aanpak nodig gericht op het opbouwen van een relatie, het in kaart te brengen van hun behoeften en het bieden van hulp op maat.
- Het verankeren van de methodiek gericht op geluk en zingeving.
- Het stimuleren van deelname aan sociale activiteiten en specifieke aandacht voor ouderen die aan huis gebonden zijn.
- Het versterken van de mogelijkheid van ouderen om de omgang met anderen te verbeteren.
- Digitale vaardigheden leren als groepsactiviteit.
- Het monitoren van de gevolgen van corona en het actief informeren van ouderen over waar ze terecht kunnen voor hulp en ondersteuning, zoals het Signaalpunt tegen Eenzaamheid.