Herdenken en vieren: 4 en 5 mei

Tijdens de Dodenherdenking op 4 mei herdenken we alle oorlogsslachtoffers samen. Op 5 mei vieren we de bevrijding van Nederland in 1945 en dat we sindsdien in vrijheid leven. Ook staan we die dag stil bij de waarde van vrijheid, democratie en mensenrechten. 

4 en 5 mei Zeist

Het programma voor Dodenherdenking op 4 mei en Bevrijdingsdag op 5 mei vindt u op de website van het 4 en 5 mei Comité Zeist.  

Programma 4 en 5 mei Zeist

4 mei Den Dolder

De Oranjevereniging Den Dolder, ook Comité 4 mei Den Dolder, organiseert de jaarlijkse herdenking op 4 mei, die zal plaatsvinden om 19.25 uur in Den Dolder bij het herdenkingskruis op de hoek van de Dolderseweg en de Willem Arntszlaan.

De Joodse Jack Eljon is net 3 jaar als de oorlog uitbreekt. Als snel wordt het te gevaarlijk om bij zijn ouders te blijven. Na ondergedoken te hebben gezeten bij zijn tante in Haarlem, belandt Jack in augustus 1942 op 5-jarige leeftijd hier in Zeist, bij een weduwe en haar twee volwassen dochters. Het wordt een verschrikkelijke tijd voor hem. ‘Erger dan een gevangenis’, zegt hij nu. De weduwe en haar dochters dwingen de kleine Jack hardhandig tot eten en slapen, hij mag niet om zijn moeder vragen. Hij mist zijn ouders elk moment van de dag. De oorlog laat diepe littekens achter, die voor Jack tot op de dag van vandaag voelbaar zijn. Het verhaal van Jack is een verhaal van verdriet, eenzaamheid en pijn - een vernielde kindertijd.

Als drie jodenjagers van de Utrechtse recherche het onderduikadres van Jack overvallen, werken buurgenoten eensgezind samen om te voorkomen dat Jack wordt opgepakt. De achterbuurman die snel naar het kleuterschooltje fietst waar Jack onder een schuilnaam in de klas zit. Het schoolhoofd dat de jongen meteen door een leerkracht weg laat brengen en later onder bedreiging met een pistool volhoudt niet te weten waar Jack is. 

De bakkersknecht die op aandringen van de achterburen klaar staat bij de school, Jack in de bakkerskar verstopt en wegfietst. En al die andere mensen die Jack gedurende de oorlog steeds weer in veiligheid brengen, tot hij belandt in Deventer en daar de rest van de oorlog blijft. Het verhaal van Jack is óók een verhaal van omzien naar elkaar en onvoorstelbare dapperheid. Van je eigen leven in gevaar brengen voor een ander. Van vereende krachten om een jong leven te redden.

Jack wordt na de oorlog met zijn ouders herenigd. Hij begrijpt nu waarom ze hem bij anderen onderbrachten maar het gevoel in de steek te zijn gelaten-  ik citeer: ‘dat heb ik altijd bij me gehad, en dat blijft.’ 

Jack moest stil zijn tijdens de oorlog, hij diende te fluisteren, niemand mocht hem vinden. Nu praat hij. Zijn verhaal staat in het boek ‘Dan komen angst en wanhoop aangeslopen’ over Joodse onderduikers in Zeist. En hij vertelt het in een podcast over kinderen die in Zeist ondergedoken zaten, die na de zomer verschijnt. Jack voegt daarmee een verhaal, een ervaring toe aan wat we al weten, bijna 80 jaar na het einde van de oorlog. 

Wie luistert en zoekt kan nog elke dag nieuwe verhalen horen en ontdekken. Niet lang meer uit de eerste hand, nu steeds minder mensen die de oorlog bewust meemaakten nog in leven zijn. Dan is het aan de volgende generaties om de verhalen te vertellen. Óók van de vele mensen die niet konden of wilden praten. Mensen die altijd geleerd hebben of voorgeleefd zijn om te zwijgen. 

Journalist Tim Overdiek schreef het boek ‘Zwijgende vaders’ over zijn eigen zwijgende vader en dat trof mij. Ik heb mijn vader nooit gekend. Ik ben een nakomeling, mijn vader stierf nog voor mijn geboorte. Als hij nu nog leefde zou hij vorig jaar 100 zijn geworden. Van mijn oudere broer en zus heb ik begrepen dat ook hij altijd over de oorlog heeft gezwegen. Hij werd tewerkgesteld in Duitsland en heeft daar veel meegemaakt, dat weten we. Maar wát hem is overkomen, daarover heeft hij nooit willen of kunnen praten. Mijn tante Nel, een vriendin van mijn moeder, moest 95 worden voordat ze kon praten. De aanval in Israël op 7 oktober vorig jaar hield haar nachtenlang wakker. Het bracht angsten terug van decennia geleden. Herinneringen aan hoe zij in oorlogstijd dagelijks met de tram van Diemen naar Amsterdam reisde door de Joodse buurt. Aan wat ze daar zag en meemaakte: Joodse mensen met een ster op de kleding, razzia’s uitgevoerd in de tram waarin zij zat. Zij zweeg al die decennia. Maar nu práát ze, met een therapeut, met mij, met haar familie. 

Haar stem, de stem van Jack, van de zwijgende vaders - alle stemmen en verhalen uit die tijd dienen we te horen. Om zo het verleden in al zijn meerstemmigheid en met al zijn schakeringen onder ogen te zien. Ieders rol daarin, ieders verantwoordelijkheid, en hoe wij ons daar nu toe verhouden. 

Ook wij als gemeente. Daarom heeft het college van burgemeester en wethouders in opdracht van de gemeenteraad onderzoek laten doen naar de feiten rond de ontrechting en roof van Joods vastgoed in Zeist tijdens de Tweede Wereldoorlog. En naar het naoorlogse rechtsherstel voor de overlevenden en nabestaanden van de slachtoffers. Het is belangrijk om de feiten te kennen en onder ogen te zien. 

Je zou kunnen denken dat elk verhaal verteld is, maar dat is niet zo. De verhalen van toen blijven van belang, ze doordringen ons om te beseffen dat dit niet vanzelfsprekend is. De noodzaak om onze veiligheid en die van anderen nooit als vanzelfsprekend te zien. De noodzaak om op te staan tegen agressie en discriminatie. In deze tijd misschien nog wel meer dan voorheen. 

We blijven erkennen, we blijven rekenschap geven, we blijven rouwen. De verhalen van Jack, van Nel en van vele anderen helpen ons daarbij. Door de oneindigheid aan verhalen, houden we dit gevoel levend. Mensen die vanuit zoveel individuele ervaringen hun leven leefden tijdens 5 jaar bezetting en die de littekens daarvan vaak nu nog meedragen. Die rijke schakering is nodig om het onbegrijpelijke te bevatten of maar een begin ervan te begrijpen. Onze omgang met het verleden en met de oorlog is nooit af. We blijven leren, we blijven vertellen en we blijven doorvertellen.