Joods vastgoed

Categorieën

  • Overig

De laatste jaren heeft een groot aantal gemeenten onderzoek laten doen naar de rol van de gemeente bij de gedwongen verkoop van joods onroerend vastgoed tijdens de Tweede Wereldoorlog. Medio 2022 heeft ook de gemeente Zeist opdracht gegeven voor een soortgelijk onderzoek.

Het college van burgemeester en wethouders wil hiermee duidelijkheid scheppen over de rol van de gemeente bij de ontrechting van de joodse inwoners en het joods vastgoed in Zeist, bij het rechtsherstel na de oorlog en of door de gemeente naheffingen of boetes aan de joodse huiseigenaren of hun nabestaanden zijn opgelegd. Een extern onafhankelijk historisch onderzoeker heeft het onderzoek uitgevoerd en een rapport gepubliceerd. 

Onderzoeksrapport (pdf, 1 MB)

Begeleidingscommissie

Inwoners met kennis van de geschiedenis in Zeist en wat er in de Tweede Wereldoorlog is gebeurd hebben in het najaar van 2022 plaatsgenomen in de begeleidingscommissie. Deze commissie heeft de onderzoeksvragen geformuleerd en was een klankbord voor de bevindingen en uitkomsten. In een brief (pdf, 857 KB) reageren zij op de conclusies van het rapport.

Aanleiding onderzoek

Aan het begin van de oorlog (1941) woonden er in de gemeente Zeist 284 joodse inwoners. De Zeister joden werden in augustus en september 1942 gedeporteerd naar Amsterdam. De laatste joden moesten in april 1943 de provincie Utrecht en dus Zeist verlaten. Daarna waren er alleen nog ondergedoken joodse inwoners in Zeist.

Er is de laatste 2 jaar de nodige aandacht geweest voor de eventuele rol van gemeenten bij de aankoop van joods vastgoed tijdens de Tweede Wereldoorlog, en bij het naoorlogse rechtsherstel. Het Centraal Joods Overleg heeft aan alle gemeenten in Nederland met een voormalige joodse gemeenschap gevraagd zo'n onderzoek te starten.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog is in Nederland joods vastgoed ontrecht en verkocht. De nazi’s hielden daarvan een administratie bij, de zogeheten Verkaufsbücher. Door een samenwerking van het Nationaal Archief en het Kadaster zijn data gekoppeld en online beschikbaar gekomen.

Ook in onze gemeente vond vordering en gedwongen verkoop van joods vastgoed plaats. In 1942-1943 blijken 15 woningen door de bezetter gevorderd en verkocht te zijn.

Onderzoek

Het onderzoek is uitgevoerd door Maarten Jan Vos. Hij heeft eerder onderzoek gedaan voor een aantal gemeenten. Maarten Jan Vos heeft vanaf midden 2022 tot heden gewerkt aan het onderzoek in de gemeente Zeist.

Het onderzoek richt zich op:

  • de eventuele rol van het gemeentebestuur in de Tweede Wereldoorlog bij de ontrechting van joodse inwoners.
  • de vraag of de gemeente in de oorlogsjaren zelf onroerend goed van joden heeft gekocht.

Onderzoeksvragen

Het joodse vastgoedbezit in de gemeente Zeist wordt in kaart gebracht: Een onderzoek naar de gedwongen verkoop van joods onroerend vastgoed tijdens de Tweede Wereldoorlog in de gemeente Zeist en de betrokkenheid van de gemeente Zeist bij de uitvoering van de anti-Joodse maatregelen.

Rapport

Het onderzoek heeft geleid tot het rapport ‘Vermoedelijk met achterlating van meubilair vertrokken’ (pdf, 1 MB) . Ontrechting en rechtsherstel van joodse Zeistenaren en de betrokkenheid van de gemeente tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het rapport is op 24 april overhandigd aan de burgemeester, het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad.

Van het zoeken en verkrijgen van voordeel voor de gemeente uit de gedwongen verkoop en ontruiming van onroerend goed is geen sprake geweest. Het rapport biedt echter wel een indringend beeld van de systematische wijze waarop de bezetter joodse burgers hun rechten en bezittingen heeft ontnomen. Beroofd van alles zijn de meeste van hen gedeporteerd en ter dood gebracht. Het is pijnlijk om bijna 80 jaar later te lezen dat de gemeente, gedwongen maar gehoorzaam, bij de uitvoering van de anti-joodse maatregelen direct betrokken was.

Woensdagavond 15 mei is in de raadszaal vanaf 20.00 uur een openbare presentatie en bespreking van het rapport met de gemeenteraad. Onderzoeker Maarten Jan Vos, de begeleidingscommissie, het college van burgemeester en wethouders en een vertegenwoordiging van de politie zijn daarbij aanwezig. De vergadering is online te volgen (link volgt nog) of door aanwezig te zijn in het gemeentehuis.

Conclusies 

Welke huizen of percelen waren allemaal joods bezit aan het begin van de oorlog?

In het onderzoek worden 21 percelen genoemd, zie ook de voetnoten en de bijlage, die joods bezit waren. Vijftien percelen die in de Verkaufsbücher staan werden verkocht en zijn relevant voor dit onderzoek.

Wat is er met het vastgoed gebeurd en zijn eventuele verkopen na de oorlog teruggedraaid?

Over de 15 verkochte panden heeft rechtsherstel plaatsgevonden maar niet alle percelen werden teruggegeven.

Hoe is dat rechtsherstel verlopen en zijn daar kanttekeningen bij te plaatsen?

Het is belangrijk om te erkennen dat de manier waarop panden werden teruggegeven nogal uiteenliep. In grote lijnen werden de meeste eigendommen teruggegeven via een overeenkomst waarbij zowel de kosten als de opbrengsten werden afgewogen tussen degenen die de panden tijdens de oorlog kochten en de oorspronkelijke eigenaren of hun families. Echter, het is spijtig om te zeggen dat niet alle regelingen even eerlijk waren voor de slachtoffers. Sommige joodse eigenaren bleven met een schuld zitten omdat de kopers niet in staat waren deze te betalen. Andere kopers rekten het rechtsherstel omdat ze niet wilden meewerken. Het rechtsherstel in Nederland woog ook rechten van de kopers mee en dat werkte soms in het nadeel van de joodse eigenaren. In de bijlagen vind u de details en cijfers rondom de roof en het rechtsherstel.

Op welke wijze was de gemeente Zeist verder betrokken bij de Jodenvervolging?

De gemeente en de gemeentepolitie waren direct betrokken bij het leeghalen van joodse huizen, bij de deportaties en bij de arrestaties van joodse onderduikers en joodse Zeistenaren. Dit gebeurde altijd op bevel van Duitse instanties en voor zover het bronnenmateriaal het toelaat kunnen we zeggen dat de Duitse orders werden opgevolgd. Ook VO 6/1941 die de gemeente Zeist verplichtte tot registratie van de joodse inwoners, voerde de gemeente uit.

We mogen dus wel concluderen dat de gemeente en gemeentepolitie hebben meegewerkt aan de Jodenvervolging in Zeist. Joodse inwoners konden geen beroep meer doen op de lokale overheid.

Rechtsherstel

Uit het rapport blijkt dat de Raad voor Rechtsherstel er in de jaren na de oorlog in alle gevallen voor heeft gezorgd dat de oorspronkelijke eigendomsverhoudingen weer hersteld zijn. Helaas betekende dit vaak niet dat de oorspronkelijke bewoners weer naar huis konden terugkeren. Op het Holocaustmonument in het Walkartpark blijven hun namen en die van tientallen slachtoffers uit de kleine joodse gemeenschap van Zeist bewaard.

Meer informatie

Wellicht wilt u meer weten over de adressen die genoemd staan. In het rapport kunt u gedeeltelijke informatie vinden over de verschillende adressen.

Mocht u nog specifiek meer informatie willen dan kan dat via ons gemeentearchief. De studiezaal is geopend op dinsdag van 10.00 tot 12.00 uur (welkom zonder afspraak) en op woensdag en donderdag van 10.00 tot 16.30 uur (op afspraak).

U kunt ons ook mailen of bellen met uw vragen, dit kan via gemeentearchief@zeist.nl of bel naar 14 030.