Herdenkingsjaar Slavernijverleden

Categorieën

  • Overig

Verhalen delen en stilstaan bij onze gezamenlijke geschiedenis van het slavernijverleden.

Famia bin reflektá kompartí.

Kondreman, dis' na wang spesrtutu kari, fu memre 150 jari keti koti. Un kong prisiri nanga wi.

Activiteiten

Samen met Cultuur Zeist en vrijwilligers is het initiatief genomen voor het organiseren van bijeenkomsten in de gemeente Zeist in het kader van het herdenkingsjaar Slavernijverleden. De bijeenkomst van 28 juni was de afsluiting van het herdenkingsjaar slavernijverleden in Zeist. Het herdenken gaat echter ook het komende jaar door. 

Op vrijdag 28 juni was op het gemeentehuis een bijeenkomst waarin werd stilgestaan bij onze gedeelde geschiedenis van het slavernijverleden. Er waren diverse sprekers, er was muziek en een korte voordracht uit de theatervoorstelling ‘Yu Sabi’ van het Kunstenhuis Idea. Samen stonden we stil bij de impact van het verleden en deelden we persoonlijke verhalen. De opkomst was groot. De betrokkenheid van de aanwezigen was hartverwarmend en troostend.

Hieronder leest u de speech van de hoofdspreker van deze avond: Kathleen Ferrier, voormalig Tweede Kamerlid namens het CDA en nu voorzitter van de Nederlandse Unesco-commissie.

‘Ik was vijftien toen ik, halverwege het schooljaar, van Suriname naar Nederland verhuisde. Op een koude maandagochtend eind februari stond ik, met een droge mond van de zenuwen, in het lokaal voor de eerste les op de nieuwe school. Frans, gelukkig, daar was ik goed in! Toen de leraar binnen kwam stelde ik mij voor en vertelde dat ik uit Suriname kwam. “Uit Suriname, dat wordt dus niets met Frans. Ga maar zitten”, was zijn reactie. Ik haalde een 9 voor mijn eindexamen Frans.

Vooroordelen, we krijgen er allemaal mee te maken. Op grond van woonplaats, opleiding, en zeker ook op grond van uiterlijk plakken mensen nu eenmaal graag etiketten op elkaar, denkend dat we anderen daarmee kunnen definiëren en dus ‘grip’ krijgen op de ander. Helaas zijn die definities van de ander vaak één-dimensionaal, waardoor er heel veel van wat wij mensen, juist vanwege onze multidimensionaliteit, elkaar te bieden hebben, verloren gaat.

Zwarte mensen (met ‘zwarte mensen’ refereer ik aan ‘mensen van kleur’) krijgen vaak te maken met vooroordelen, etiketten en definiëringen die gebaseerd zijn op hun huidskleur. Dat gebeurt lang niet altijd bewust en dat gebeurt ook niet altijd met kwade bedoelingen, maar het gebeurt wel. Hoewel de hier beschreven persoonlijke ervaring van decennia geleden is, anno 2024 lijkt er nog maar bitter weinig veranderd. Daarvan getuigt het rapport van het ministerie van Buitenlandse Zaken over racisme en discriminatie binnen het ministerie, daarvan getuigt het etnisch profileren van de Marechaussee, daarvan getuigen de algoritmes in de kinderopvangtoeslagen affaire en daarvan getuigt de documentaire De Blauwe Familie Structureel racisme en discriminatie zijn in ons land aan de orde van de dag. Voor mij staat vast dat dit mede komt door het slavernijverleden.

De tijd van slavernij, zoals geïnstitutionaliseerd door de WIC, West Indische Compagnie (1621-1792) en de VOC, Verenigde Oost-Indische Compagnie (1602-1799) ligt ver achter ons, toch werkt die tijd nog altijd onmiskenbaar door. Het rapport “Ketenen van het verleden”, van de Dialooggroep Slavernijverleden (1juli 2021) adviseert de Staat der Nederlanden dan ook over te gaan tot erkenning, excuses en herstel voor het slavernijverleden.

Het begint dus allemaal met erkenning. Van het slavernijverleden en van hoe het doorwerkt. Want de kern van slavernij en dat geldt tot op de dag van vandaag, de vele vormen van moderne slavernij waar we mee te maken hebben, is dat je een ander mens haar of zijn menselijke waardigheid ontneemt. Om vervolgens die ander te kunnen gebruiken zoals je wilt.

Ongeveer twee eeuwen lang heeft dit systeem van slavernij kunnen duren omdat het door het gezag, inclusief het kerkelijke, gedoogd en soms actief bevorderd werd. Beelden en (voor)oordelen over anderen die eeuwenlang worden ingeprent, verdwijnen niet zomaar uit het collectieve geheugen. Daarom is er nog steeds racisme, is er ook institutioneel racisme en discriminatie en wordt er door de Nederlandse staat etnisch geprofileerd. Tot voor zeer kort werden racisme, discriminatie en etnisch profileren ontkend. Klachten of opmerkingen hierover werden simpelweg afgedaan met opmerkingen als “je moet tegen een grapje moet kunnen” of “ dat komt omdat je graag in een slachtofferrol zit”. Of, als het over het slavernijverleden gaat, opmerkingen als: “Waarom moeten mijn kinderen verantwoordelijk gehouden worden voor iets waar zij niets mee te maken hebben”

De Black Lives Matter beweging heeft zichtbaar en bespreekbaar gemaakt wat lange tijd onzichtbaar en onbespreekbaar was: er is nog steeds geen sprake van gelijkwaardigheid en gelijke kansen voor zwarte mensen.

Daarom is het goed dat er excuses kwamen van de regering, bij monde van toenmalig Minister President Rutte, op 19 december 2022. En hij was open over het proces dat hij zelf doorgemaakt heeft, en ik citeer: “…Lange tijd dacht ik dat het niet goed mogelijk is op een betekenisvolle manier verantwoordelijkheid te nemen voor iets dat zo lang geleden is, en waar niemand van ons zelf bij is geweest. Lange tijd dacht ik dus eigenlijk: het slavernijverleden is geschiedenis die achter ons ligt. Maar ik had het mis. Want eeuwen van onderdrukking en uitbuiting werken door in het hier en nu. In racistische stereotypen. In discriminerende patronen van uitsluiting. In sociale ongelijkheid…”. Einde citaat.

Eerder al boden steden, Amsterdam, Utrecht, Den Haag, Middelburg excuses aan, ook banken, zoals de Nederlandse Bank. Er werden en worden tal van (wetenschappelijke) onderzoeken gedaan naar de feiten. Kerkelijke instituties buigen zich over de rol van kerken bij het slavernijverleden en de koning heeft een onderzoek naar de rol van zijn familie in de koloniale geschiedenis van Nederland het slavernijverleden ingesteld.

En op 1 juli vorig jaar bood de Koning excuses aan en… hij vroeg om vergeving. Voor de rol van zijn familie. Dat was een aangrijpend, een helend moment. Maar zoals in Suriname zeggen: “Sorry brengt Moesje nog niet naar Parijs”. Daarom is het goed dat 1 juli 2023 het begin was van het herdenkingsjaar slavernijverleden. Want er werd geen punt gezet, maar een komma. Een verbindingsteken. Verbinding tussen verleden heden en toekomst. En dat kan alleen als er verbinding is tussen mensen. Maandag, op 1 juli, sluiten we het herdenkingsjaar af. In dit afgelopen jaar is er vanuit de overheid veel in werking gezet. Er zijn financiële middelen beschikbaar gesteld (200 mln)voor initiatieven op gebied van onderwijs, kunst en cultuur. Er is 8 mln voor het instellen van een herdenkingscomité. Alles met de bedoeling om het bewustzijn over het slavernijverleden te bevorderen en de doorwerking ervan zichtbaar en bespreekbaar te maken. Om zo de kansenongelijkheid, een van de meest zicht- en voelbare gevolgen van het slavernijverleden- effectief aan te pakken.

En ondertussen ziet ons land er politiek anders uit dan een jaar geleden. Dat is te merken aan het gedoe rond de aanwezigheid van de voorzitter Tweede Kamer bij de herdenking maandag. Vooroordelen, vijandsbeelden, uitsluiting, we hebben er nog steeds mee te maken. Als dit vanuit de overheid versterkt wordt, in plaats van aangepakt, zullen de breuklijnen in onze samenleving alleen maar dieper worden. Zullen polarisatie en fragmentering toenemen, zeker omdat dit alles gevoed wordt, door social media. Daar is niemand in ons Koninkrijk bij gebaat.

We leven in een tijd waarin mensen in toenemende mate alleen maar bereid zijn zich ergens voor in te spannen als ze er zelf beter van worden. “What’s in it for me?”, is een veel gehoorde vraag bij een voorstel om iets te ondernemen of je ergens in te verdiepen. Dat geldt ook voor het erkennen, aanbieden van excuses en het werken aan herstel. Waarom zou ik excuses aanbieden, of iemand vergeven, ‘what’s in it for me?’. Dat past natuurlijk ook bij de visie van ‘eigen land eerst’, ‘eigen volk eerst’.

Vanuit de wijsheid van UBUNTU, de Afrikaanse filosofie die zegt dat ik ben omdat jij bent en dat wij zijn, omdat de aarde is, weten we dat er heel wat zit in vergeven, het is een nieuw soort leven. Omdat er uitgegaan wordt van de diepe verbondenheid van mensen met elkaar en van mensen met de planeet. 

Want ook als we even uitzoomen uit ons eigen land, zien we de uitdagingen waar de wereldgemeenschap voor staat: Covid heeft laten zien dat zoiets als een virus geen rekening houdt met grenzen, met rangen of met standen. Dit soort crises kunnen alleen in gemeenschappelijkheid effectief en structureel aangepakt worden. Dat geldt ook voor het toenemend aantal gewapende conflicten. De oorlog op ons eigen continent, het conflict in Gaza dat escaleert tot in de Nederlandse huiskamers, universiteiten scholen en werkplekken.

We kunnen niet anders dan de onderlinge afhankelijkheid van ons, mensen, erkennen. Wereldwijd maar ook nationaal. Vrijheid, democratie en de waarden waar ons land voor staat, staan onder druk. En komen nog verder onder druk te staan als, weer, mensen vanwege wat dan ook, hun religie, etniciteit, gender geaardheid, als niet gelijkwaardig beschouwd worden. Als er vijandsbeelden gecreëerd worden, die opnieuw kunnen leiden tot ontmenselijking van de ander. Dit plaatst ons, de zwarte gemeenschap en mensen van goede wil in ons Koninkrijk voor grote uitdagingen.

Daarom is het zo goed dat hier in Zeist gebeurt, onderzoek naar het eigen verleden, al het werk van de initiatiefgroep Slavernijverleden Zeist, dat er open dialoog gevoerd wordt. Dat er breed belangstelling is om hierover in gesprek te gaan en te luisteren naar elkaar. Dat mensen als Thalitha Bhugwandass op scholen vertelt van het verleden en wat dat betekent voor het heden en de toekomst. Open onder ogen komen wat de geschiedenis is, hoe die ons heden bepaalt en hoe we op grond van die geschiedenis een werkelijk gedeelde toekomst, ook hier, in en voor Zeist mogelijk kunnen maken.

Het verleden heeft immers telkens weer laten zien waar we uitkomen als we onze ogen sluiten voor de werkelijkheid. Als we denken dat het wel los zal lopen met uitsluiting en discriminatie, met ontmenselijken van de ander. Het verleden laat ook steeds weer zien wat er gebeurt als we de fundamentele basiswaarden van onze democratie, het uitgangspunt van gelijkwaardigheid, niet zo nauw meer nemen. Het verleden leert ons: het komt er nu op aan. En ik weet het, veel mensen, juist die van goede wil, willen niet polariseren en doen er voor de lieve vrede vaak het zwijgen toe. En ik weet het, veel mensen, jonge mensen, zien een wereld vol geweld, zien en ervaren polarisatie, vijandsbeelden en uitsluiting in hun eigen omgeving, school, opleiding, werk, op straat of waar dan ook en ze voelen zich machteloos, ze raken ontmoedigd en gedeprimeerd. Ik weet het, ik zie het, ook in mijn eigen omgeving.

De toenemende gevoelens van machteloosheid. En toch is mijn oproep vanavond hier in Zeist op deze betekenisvolle avond, met de krachtige woorden van de Burgemeester in gedachten, die gevoelens van machteloosheid en depressiviteit, niet de overhand te laten krijgen. Maar juist het besef van verbondenheid dat u hier in Zeist hebt te koesteren en om niet te zwijgen, niet te denken het loopt wel los. We zijn allen geroepen te handelen.

Deze tijd heeft moedige mensen nodig. Moedige politici, moedige bestuurders en vooral moedige burgers. U en ik. Mensen die de vijandsbeelden die opgeroepen -en keer op keer gevoed worden door social media, te weerspreken. Mensen die inzien dat de democratische instituties het niet alleen af kunnen en dat afspraken van politici over het handhaven van de rechtstaat niet genoeg zijn om die rechtstaat te beschermen. Wij allen zijn geroepen te handelen. En begrijp mij goed, dit is niet een oproep om de barricaden op te gaan, Dit is een oproep om niet te zwijgen als we dingen zien gebeuren die niet passen bij onze vrijheid, bij onze rechtsstaat. Juist deze tijd laat ons toch zien dat wij mensen elkaar nodig hebben.

Zoals u weet ik ben ik in Suriname geboren en getogen. Mij wordt vaak gevraagd hoe het komt dat in Suriname diversiteit zo vanzelfsprekend is. Het is immers het enige land ter wereld waar een synagoge en een moskee naast elkaar op een terrein staan en waar de bezoekers van die synagoge en moskee ook nog gebroederlijk en gezusterlijk met elkaar optrekken als dat zo uitkomt. Dat komt, omdat men in Suriname wist dat men elkaar nodig heeft. Toen de plantage-eigenaren teruggingen naar Europa, nadat ze rijk geworden waren van het werk dat tot slaafgemaakten uit Afrika en contractarbeiders uit onder andere India, Indonesië en China op hun plantages verricht hadden, toen er geen winst meer te behalen viel en de plantage-eigenaren vertrokken, bleven de bewoners van Suriname, van waar en hoe ze daar ook samenkwamen, achter. Men keek elkaar aan en wist: willen we verder komen, dan zullen we dat samen moeten doen. We hebben elkaar nodig. Dat besef heeft hier zolang ontbroken.

Maar nu weten we beter. De huidige ontwikkelingen maken dat we er echt de ogen niet meer voor kunnen sluiten, dat ook wij in ons rijke overvloedige land kwetsbaar zijn. Dat onze vrijheid kwetsbaar is en onze democratie niet vanzelfsprekend. En dat als wij die willen beschermen, we elkaar nodig hebben. Mensen dichtbij en mensen ver weg. Door vanuit dat besef oprecht de ander te willen leren kennen, kunnen wij, ieder van ons en ieder op de eigen plek en de eigen manier, de zachte krachten terugbrengen die nodig zijn, voor een machtig tegengeluid, tegen wantrouwen, tegen uitsluiting, tegen racisme en discriminatie, tegen onzekerheid en angst. Door dat te doen, door de zachte krachten toe te laten, maken we vrijheid en democratie, sprekend en pas dan, vanzelfsprekend. Nee, de wereldproblemen zullen wij hier vanuit Zeist niet in een oogwenk kunnen oplossen, maar we zijn zeker niet machteloos. Ieder van ons, kan op de plek waar hij of zij woont en leeft een wezenlijk verschil maken. Door oog te hebben voor de mensen om ons heen, werkelijke interesse te tonen, nieuwsgierig te zijn naar ander en ons bewust los te willen maken voor stereotypen en vooroordelen.

We vieren Ketikoti, het breken van de ketenen, het eind van de slavernij. Een vrijheid die met bloed zweet en tranen bevochten was, door moedige mensen, nog niet eens zo heel lang geleden. Zoals Manoushka Zegelaar Breedveld, zangeres en theatermaker en ook dichter. Zij het duidelijk maakt in haar gedicht Manspassi:

Nog maar drie vrouwen geleden gleden mijn handen onophoudelijk over een wasbord en
wasten de kleren van mijn misi en masra,
kneden ze het deeg voor het brood van het ontbijt,
raapten ze de eieren en molken een koe.
Nog maar drie vrouwen geleden trokken mijn handen de lakens strak over grote bedden,
kleedden ze een pkin misi die niet de mijne was, maar toch ook wel,
kamden ze de haren van haar moeder en staken ze op tot een kroon van blonde lokken.
Nog maar drie vrouwen geleden boog ik nederig, nam de last op mijn rug en laadde de boot.
Mijn handen hielden een parasol boven het hoofd met de blonde kroon.
Nog maar drie vrouwen geleden kwam ik aan in een stad die ik niet kende. We gingen naar het huis van een oom. ‘s Avonds tijdens het feest terwijl de mensen dansten en lachten, onder luide muziek, zochten mijn handen de poot van een tafel. Op zoek naar steun terwijl een neef zich aan me vergreep.
Nog maar drie vrouwen geleden werd mijn kind ook bezit van mijn masra. Mijn rug nog helend van de slagen omdat ik de jongen zou hebben verleid.
Drie vrouwen geleden dacht ik: aan dit alles komt ooit een eind en ik hief mijn handen ten hemel, mijn vuisten gebald, belovend dat ik zou vechten en volhouden tot we waarlijk vrij zijn.
Vandaag gedenk ik en vier ik mijn drie vrouwen geleden voor wat ze hebben gedragen tot hier.
Moedig voorwaarts.

Die moed, wens ik u en ons allen toe.

Ik wens u wan sweet manspassi!’

In de bibliotheek in Zeist is een ruimte gecreëerd voor de expositie ‘Ik zeg toch sorry’ met een leestafel en uitgebreide boekenlijst. Dit met als doel om stil te staan bij ons gedeelde verleden. De expositie sluit aan op de toneelvoorstelling ‘Ik zeg toch sorry’, een theaterproductie van Raymi Sambo en theatergroep Aluin. De expositie werd geopend door burgemeester Joyce Langenacker.

Zaterdag 25 november is de film ‘Sporen van het Nederlands slavernijverleden in Zeist’ vertoond in de Kleine Kerkzaal van de Evangelische Broedergemeente. Historicus Willem de Bruin gaf een korte toelichting over de film, die speciaal is gemaakt voor de inwoners van Zeist door Willem de Bruin en Jan Smulders van Delta Film. Na de film is er met elkaar gesproken over de film en het belang van het onderwerp Slavernijverleden.

Op 7 november 2023 heeft de gemeenteraad ingestemd met het starten van onderzoek naar sporen van het slavernijverleden in de gemeente Zeist over de periode van de 17e tot het begin van de 20e eeuw. De geschiedenis van kolonialisme en slavernij staat de laatste jaren veel in de aandacht. Over het slavernijverleden van Zeist is nog onvoldoende bekend. Door de start van het onderzoek kunnen we de dialoog voeren naar de doorwerking in het heden, over onze gezamenlijke geschiedenis. Het onderzoek wordt uitgevoerd door meerdere onderzoekers onder aanvoering van een medewerker binnen de gemeente Zeist die ervaring heeft met soortgelijk onderzoek voor de provincie Overijssel en de stad Deventer. Onderdeel van het onderzoek zijn interviews en literatuur en archiefonderzoek.

De vereiste specifieke kennis over het onderwerp en het houden van gerichte interviews maakt dat er is gekozen voor deze aanpak. Door het werken met een begeleidingscommissie bevorderen we objectiviteit en diepgang van het onderzoek.

Om het slavernijverleden te herdenken was er op 30 juni een bijeenkomst in het gemeentehuis. Samen met onze inwoners stonden we stil bij de impact van het verleden en deelden we persoonlijke verhalen.

Brenda Emmen-Hassell van MeanderOmnium heette vanuit de initiatiefgroep iedereen welkom. Dr. Jurenne Hooi vertelde haar persoonlijke verhaal waarin ze benadrukte hoe het verleden van invloed is op de toekomst. Ook waren er spoken word-voordrachten van Rienaysa Lamp-Antonia. De avond werd afgesloten met een open dialoog tussen alle aanwezigen.

Burgemeester Koos Janssen onderstreepte het belang van de bijeenkomst: “Het was een avond waarin we ons hart hebben laten spreken. Van vinden naar voelen. Laten we luisteren want daar begint ons gesprek en onze gezamenlijke geschiedenis.”

Het gesprek tussen de aanwezigen was open en respectvol. Er was ruimte om denkbeelden en perspectieven naar voren te brengen en naar elkaars verhalen te luisteren. Het is een belangrijke stap in de bewustwording en het verbinden van het verleden met het heden. Zo kunnen we bouwen aan een toekomst van gelijkwaardigheid en inclusie.

Meedenken of meehelpen?

Belangstellenden die willen meedenken of meehelpen met het organiseren kunnen zich melden via info@cultuurzeist.nl.